1. Hoe wordt er omgegaan met leerlingen met schakelklasproblematiek
2. Wat kan de kracht van het concept van Kunskapsskolan zijn, voor jongeren
(pubers) met een lage intrinsieke motivatie, veroorzaakt door puberteit,
beperking, en door externe factoren zoals opvoeding / thuissituatie /
toekomstbeeld? Zijn de jongeren die reeds les krijgen volgens dit concept net zo
enthousiast en wat vinden zìj de kracht van dit onderwijs?
3.Hoe wordt er omgegaan met 'speciale' leerlingen (leerlingen met ASS)?
4. Hoe zetten we rubrics in om levensloopbegeleiding vorm te geven?
5. Hoe de sfeer in de school is en of deze onderwijsmethode bijdraagt aan
een goede voorbereiding op een vervolg. Daarnaast ben ik heel benieuwd of
hiermee de motivatie van leerlingen en het leerplezier vergroot wordt.
6. Wat is hun ervaring met dit concept tav verschillende
doelgroepen/leerlingkenmerken? Is het vooral wel/niet geschikt voor....en, wat
is dan hun oplossing?
7. Hoe gaan we gepersonaliseerd inzetten bij de leerlingen met ( ernstige)
angstproblematiek, zowel t.a.v. school en in sociale interacties.
8. Past het voor elke leerling? Ongemotiveerde
leerlingen willen niet en gebruiken de ruimte voor andere zaken. Zijn er ook
uitvallers van dit systeem en waar gaan deze naar toe?
9. Hoe ervaren de leerlingen en het personeel van Kunskapsskolan hun
schooldagen kijkend naar leerplezier, werkplezier en rendement?
10. In de preventiepiramide (Deklerck, 2010),
wordt veel nadruk gelegd op voorwaardenscheppende maatregelen of omstandigheden
die voorkomen dat probleemgedrag voorkomt. Ook op Mariëndael hebben we te maken
met probleemgedrag en ik denk dat we daar beter mee om kunnen gaan. Hoe komt
preventie van probleemgedrag, met name in niveau 1 en 2 van de piramide, bij
Kunskapskolan tot uiting? Ik denk hierbij ook aan de nieuwbouw..
11.Hoe toepasbaar is Kunskaps in het VSO is een voor de hand liggende
vraag. Hoe ga je om met de beperking van een leerling om. Zoals wij pamperen is
dat de juiste benadering?