De fysieke omgeving
1. Hoe delen we het gebouw voor leerlingen en personeel optimaal in? Welke
inrichting is er? Hoe groot zijn de ruimtes? In hoeverre is een leerling vrij
om zich te bewegen in het gebouw?
2. Hoe modern is de aanpassing in het gebouw wat betreft leerlingen die in
een rolstoel zitten en verzorgd moeten worden ? Is daar speciaal personeel voor
?
3. Hoe richt je een school in waarbij leerlingen niet klassikaal practica
doen maar vaker individueel de practica willen uitvoeren? En waar staat de
vakdocent in deze?
4. Is in het systeem van Kunskapsskolan een ruimte zoals bijvoorbeeld de
mediatheek ook een belangrijke ruimte binnen school? Hoe ziet die eruit?
Waarvoor wordt de ruimte gebruikt?
5. Op welke manier geven ze vorm aan LOB: welke activiteiten zetten ze in?
wie voert wat uit? wat zijn ervaringen binnen school hiermee? wat is ervaring
ouders en leerkrachten, welke effect heeft een goed LOB programma op het
welslagen van vervolgstudies. Hoe kunnen we LOB en gepersonaliseerd leren
combineren. Hoe worden de stages gebruikt. Zijn er nog andere activiteiten die
worden ingezet om te leren buiten de school.
6. Hoe worden de stages gebruikt en ingezet? Zijn er nog andere activiteiten
die worden ingezet om te leren buiten de school.
7. Hoe worden leerlingen binnen de kunskapsskolan voorbereid op hun
toekomstige beroepsrichting/vervolgopleiding ? Gaan de leerlingen ook de school
uit in het kader van arbeidstoeleiding ?
8. In de preventiepiramide (Deklerck, 2010), wordt veel nadruk gelegd op voorwaardenscheppende maatregelen of omstandigheden die voorkomen dat probleemgedrag voorkomt. Ook op Mariëndael hebben we te maken met probleemgedrag en ik denk dat we daar beter mee om kunnen gaan. Hoe komt preventie van probleemgedrag, met name in niveau 1 en 2 van de piramide, bij Kunskapskolan tot uiting? Ik denk hierbij ook aan de nieuwbouw.
9. Hoe ziet de leeromgeving er in Zweden uit? Is die omgeving uitdagend? En
wat is dan uitdagend? Hoe reageren leerlingen op die leeromgeving?